cultuur(huizen) in het regeerakkoord

07.10.2024 · #cult! #sector #beleid

Afgelopen week kon tellen: we hebben een regeerakkoord dat werd goedgekeurd in het Vlaams Parlement en een nieuwe minister voor cultuur. Maar wat zijn nu de prioriteiten van de nieuwe regering voor onze sector? Wat valt er op? Welke kansen zijn er voor cultuurhuizen? Wat missen we? Nog geen tijd gehad om het akkoord door te ploegen? Geen nood, we delen graag onze eerste blik op de tekst.

De inleidende passage van het luik cultuur, jeugd, media en onroerend erfgoed leest: "De cultuur die we delen, de kunstenaars die erin schitteren, de cultuurhuizen en verenigingen die ze mee vormgeven, met zorg voor het verleden en met een blik op de toekomst, geven een terecht gevoel van fierheid." Cultuurhuizen worden trapsgewijs en in relatie tot het verenigingsleven vernoemd. Ze hebben ook aandacht voor de toekomst. Dat treft, in het memorandum van cult! benadrukken we het belang van verbindend cultuurwerk als een voorwaarde voor een toekomstgericht cultuurbeleid (en van een open cultuurhuis).

Spoiler: dit is meteen ook de enige passage waar we ondubbelzinnig ‘cultuurhuizen’ lezen in het meer dan 200 pagina's tellende regeerakkoord. ‘Lokaal cultuurbeleid’ staat nergens in de tekst.

gemeenschapsvorming

Belangrijker dan de woorden is de inhoudelijke lading die deze woorden moeten dekken. En hoewel er nog heel wat duidelijk moet worden, zien we wel al dat het luik gemeenschapsvorming elementen bundelt die belangrijk zijn voor cult! en de cultuurhuizen. Vlaanderen maakt de belofte om bij hun federale collega’s aan te dringen op een aanpassing van de amateurkunstenvergoeding (AKV) naar een hoger maximumbedrag en een eenvoudiger registratiesysteem. Ze erkennen ook de cruciale rol van de vrijwilligers in de Vlaamse samenleving en herwaarderen de samenwerking met het beleidsdomein onderwijs en vorming.

De UiTPAS is - nog steeds - een cruciaal instrument in vrijetijdsparticipatie: “We zetten in op participatie in cultuur-, sport- en jeugdactiviteiten en het organiseren van maatschappelijke betrokkenheid en inclusie in heel Vlaanderen door de integratie van verschillende oplossingen in één bovenlokale, digitale toegangspoort: UiTPAS”.

We zijn hoopvol over de passage die toegankelijkheid, inclusie en diversiteit op de agenda van de nieuwe minister plaatst: “Daarnaast hebben we aandacht voor de herpositionering van organisaties die een evolutie doormaken naar meer inclusie, toegankelijkheid en diversiteit, en voor culturele initiatieven die zich richten op kansengroepen. We onderzoeken hoe het beleid daarop kan inspelen.”

decreet bovenlokale cultuurwerking

Het decreet bovenlokale cultuurwerking moet in de nieuwe beleidsperiode alle kansen krijgen: “Daarbij stimuleren we de vorming van nieuwe intergemeentelijke samenwerkingsverbanden Cultuur van onderuit ten volle met het oog op een volledige gebiedsdekking. In deze samenwerkingsverbanden fungeert de openbare bibliotheek als een knooppunt tussen de lokale, bovenlokale en Vlaamse gemeenschap.” 

Even terzijde: hier denken we dat cultuurhuizen even goed partners in crime zijn. Het zijn plekken waar verschillende elementen van het Vlaams en (boven)lokaal cultuurbeleid samenkomen: mensen, vrijwilligers- en verenigingswerk, het socio-culturele leven, de professionele kunsten en gemeenschappen. Ze zijn partners binnen onderwijs, toerisme, voor lokale ondernemers en zorginstellingen. Een vergetelheid in de tekst wellicht, gezien de grote aanwezigheid van deze plekken in samenwerkingen binnen de bovenlokale ruimte in die eerste vijf jaren van het nog jonge decreet. Cultuurhuizen zijn tenslotte draaischijven voor heel wat onderdelen van het regeerakkoord, zowel Vlaams, bovenlokaal als lokaal. 

We merken op dat naast de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden cultuur ook het regiodecreet een belangrijke rol speelt. Daarover lezen we elders in het regeerakkoord: “Ook in de toekomst zal intergemeentelijke samenwerking cruciaal blijven voor een efficiënte en effectieve dienstverlening aan de burger, maar het vormt vandaag nog te veel een ondoorzichtig geheel aan overheidsstructuren. Zowel de Vlaamse overheid als de lokale besturen dragen daarin een verantwoordelijkheid. Alleen met een gezamenlijke en gedragen inspanning kunnen we tot een rationalisering van dat tussenniveau komen. De referentieregio's zijn daarbij de geschikte schaal, zonder dat het daarbij de bedoeling is dat de referentieregio's evolueren tot een nieuwe bestuurslaag.”

spreiding & subsidies

Veel elementen uit de passages rond cultuur herkennen we van de partijprogramma’s van de onderhandelaars. Zo gaat er naast gemeenschapsvorming ook opvallend veel aandacht naar erfgoed. Binnen het onderdeel Kunsten is er een belangrijke passage over spreiding: “Het beleid zal de sector ondersteunen, maar ook uitdagen om te transformeren waar dat nodig is. Zo zal er meer aandacht zijn voor maatschappelijke impact, beoogd publieksbereik en -beleving, het belang van samenwerking en spreiding in landelijke gebieden. We starten daarvoor, in afstemming met de sector, een onderzoek naar hiaten, overaanbod en regionale spreiding in het kunstenlandschap. Tot slot investeren we als Vlaamse Gemeenschap onze middelen in de eerste plaats in Vlaamse kunstenaars en Vlaamse creaties. Een Vlaamse betrokkenheid in projecten en producties is een belangrijke voorwaarde.” 

Hierin lezen we alvast een aanzet om visie te (willen) ontwikkelen rond spreiding. Opvallende afwezige: de gesprekspartner, cultuurhuizen of het lokale cultuurbeleid. Of zitten wij allen in de ‘landelijke gebieden’? We denken dat het debat rond spreiding in elk geval alle aandacht verdient, maar dat er nood is aan een doordachte, bilaterale dialoog. Met reciprociteit en ondersteuning dus, waar er een wisselwerking is tussen decretaal verankerde organisaties uit het Kunstendecreet en de ‘presentatieplekken’, zodat er beter begrip en afstemming kan ontstaan over de rolverdeling aanbod en presentatie.

Ook vernoemd zijn de aangekondigde besparingen, die voelbaar zullen worden in de subsidielijnen van alle beleidsdomeinen, zonder de kaasschaafmethode toe te passen: “We gaan in alle beleidsdomeinen met een fijne kam door alle subsidies, installeren een evaluatiecultuur en schrappen subsidies die niet de gewenste resultaten opleveren en kunnen worden stopgezet of verminderd. We kiezen daarbij niet voor een kaasschaaf die overal een beetje weghaalt, maar maken duidelijke keuzes voor kerntaken.”

Op gebied van infrastructuur lezen we dat er zal worden ingezet op een langverwachte inventaris culturele infrastructuur. Het is duidelijk dat er grenzen zijn aan de investeringen die kunnen gebeuren, maar er is wel erkenning van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen de verschillende beleidsniveaus: “Investeringen in culturele topinfrastructuur moeten ten goede komen van zo veel mogelijk derden, via het principe van gedeeld gebruik. Samen met lokale overheden werken we een visie uit, die de basis legt, en brengen we het aanbod in kaart. Elke aanvraag voor culturele topinfrastructuur moet vervolledigd worden met een concreet exploitatieplan.” Wat nu nog ontbreekt en wat volgens cult! onmisbaar is in een doordacht infrastructuurbeleid voor culturele infrastructuur, is aandacht voor duurzaamheid en investeringsbudgetten voor nieuwe normeringen.

culturele bovenbouw

Drie belangrijke rode draden doorheen het volledige regeerakkoord zijn de vermindering van de planlast, het belang van de Nederlandse taal en de vele efficiëntieoefeningen. Voor dat laatste nemen ze ook de culturele bovenbouw onder de loep: “Ook binnen de culturele bovenbouw streven we naar een zo groot mogelijke efficiëntie. In het begin van de regeerperiode maken we een visienota bovenbouw op, met duidelijke (transversale) beleidsdoelstellingen en KPI’s voor de sectorale en transversale steunpunten.”

Er zijn de afgelopen jaren al heel wat van dergelijke bovenbouwanalyses gebeurd. Voor cult! is het belangrijk dat zo’n oefening voortbouwt op wat er nodig is vanuit de praktijk en dat ook de stem van het veld hierin gehoord wordt. Al te vaak worden er in zo’n analyse schotten opgezet (want wat is vandaag nog het verschil tussen een steunpunt, een expertisecentrum, een doorverwijzer of een belangenbehartiger?) die niet toekomstgericht zijn en voor cultuurorganisaties en hun noden niet noodzakelijk een meerwaarde betekenen.

wat volgt?

We kijken samen met jullie uit naar de beleidsnota cultuur van de nieuwe minister Cultuur Caroline Gennez, die in meer detail zal gaan over de strategische keuzes van de Vlaamse regering.

cult! wil voor deze nieuwe regering een gesprekspartner worden om een solide dialoog op te zetten met lokale cultuurhuizen. Dat is essentieel om Vlaams en lokaal cultuurbeleid te verbinden en een sterk, warm en integraal cultuurbeleid te verzekeren.

meer lezen?

Over het regeerakkoord

Over het memorandum ‘een toekomst voor cultuurhuizen’

Over het memorandum ‘ruimte voor cultuur’