© Ronny Janssen - foyer Cultuurhuis De Zeepziederij (Bree)

cultuurhuizen in de nabije toekomst: zes take-aways

29.06.2020 · #inspiratie #cult! #sector #beleid #corona

Vorige week stemden jullie massaal af op onze Facebook livestream met aan tafel professor Marc Van Ranst, Wim Meert, Katja Geerts, Bart De Vos en Anniek Nagels. Mieke Dumont was moderator en zorgde ervoor dat de prangende issues niet gemeden werden.

Hieronder zes 'take-aways' die we jullie zeker niet willen onthouden.

cult! kreeg ook veel praktische vragen binnen, waarvoor we een korte q&a samenstelden op deze pagina. Hier vind je ook de volledige video van het debat terug.

1) social distancing: meer perspectief?

Professor Marc Van Ranst begint meteen met te zeggen dat de situatie in vliegtuigen op dit moment een anomalie is, en minstens een maand te vroeg. Social distancing bedraagt op dit moment 1,5 meter. Het is te verwachten dat dit zal teruggebracht worden tot een meter. “1,5 meter zal geen fetisj blijven. Waarschijnlijk zullen mondmaskers in tussentijd een rol spelen.”

2) is de sector te lang blij moeten zijn met een ‘dode mus’?

“Iedereen verwacht zekerheid. En dat is enorm frustrerend, want die kan je niet geven,” zegt professor Marc Van Ranst. Harder roepen als sector maakt hierin geen verschil, zegt Bart De Vos, raadgever kunsten op het kabinet Cultuur. “Het samenscholen is nu eenmaal een element dat nog altijd niet mocht, en laat dat net belangrijk zijn voor cultuurhuizen. Gezondheid staat voor de minister en het kabinet altijd op één.” Er is overleg met de GEES, sectorspelers, enzovoort. Constante dialoog en toelichting, het zichtbaar maken van de uitdagingen en de problemen, zijn belangrijk om de besluitvorming beter te maken.

3) noodzakelijke financiële ondersteuning - een kwestie van zichtbaarheid?

Sinds de inkanteling van de niet-geoormerkte middelen voor cultuurhuizen in het gemeentefonds ziet schepen Anniek Nagels ook een evolutie in de houding van de lokale besturen ten opzichte van cultuur. Die evolutie herkent ze ook in deze crisistijd: “De cultuursector is veel harder bevraagd op haar resultaat. We moeten veel meer argumenteren waarom er moet geïnvesteerd worden in cultuur en kunst. We moeten zeker samen verder werken rond die argumentatie.” Draagvlak creëren staat daarbij volgens schepen Nagels centraal: “Laat u zien, maar ook: werk veel meer samen, doe samen aankopen, deel kosten. Het is altijd veel beter vertaalbaar als je zegt: in die gemeente gebeurt er dat.”

“Het lokaal bestuur maakt een beleidskeuze om geld al dan niet aan cultuur te geven,” zegt Katja Geerts, programmator van Cinema Plaza in Duffel. “In coronatijd merk je dat je nog harder afhankelijk bent van die keuze, je bent afhankelijk van de goodwill van lokale politici.” Toch zijn de (financiële) noden hoog , zeker in een klein huis, zo legt ze uit: “In een kleine zaal heeft social distancing best een grote impact. We zijn bovendien een heel klein team. Al die maatregelen komt op de schouders van mensen die sowieso enorm veel eindverantwoordelijkheden dragen. “

“We zullen ook moeten inzetten op luchtverversing  en een betere luchtkwaliteit: dit zal serieuze investeringen vragen,” vult Wim Meert, zelf directeur van cultuurcentrum Strombeek en voorzitter van cult! aan. “Hier gaan lokale besturen terug aan de bak moeten, want hoe gaan we dat in onze theaterzalen/infrastructuur krijgen? Zodat we coronaproof aan cultuur kunnen doen.” Het cultuurhuis moet hiervoor zelf ook een rol opnemen in het verdedigen van haar belangen, vindt Wim: “We moeten op tafel kloppen en zeggen: cultuur is belangrijk, ook in deze tijden. Van zodra mensen uit hun kot mogen zijn cultuur en cultuurhuizen essentieel.”

Ook Bart alludeert op die zichtbaarheid: “Laat je zien. Je verantwoordt jezelf door te doen wat je doet. Als je doet waar je goed in bent, op een goede manier, op een verantwoorde manier en binnen de protocollen, dan doe je waarvoor je in het leven geroepen bent. Het zal wel een zware oefening worden. Dat het een financiële impact heeft klopt, dus daar is het zaak om zo veel mogelijk organisaties en initiatieven boven water kunnen houden.”

4) vele niveaus, vele rollen, vele noden: wie wijst de weg?

“Ik denk dat ieder niveau ook zijn rol moet spelen,” vindt Anniek. “Lokaal, Vlaams en Federaal zouden hierop meer samen kunnen werken. Dan kunnen we lokaal bekijken: op welk niveau zijn er al welke maatregelen, en wat moeten wij als lokaal bestuur dan nog aanpakken om mensen nog aan boord te houden en vooral ervoor te zorgen dat er actief kunst en cultuur kan gecreëerd worden? Een cultuurhuis zou niet te veel administratieve verplichtingen moeten meekrijgen om het allemaal gehanteerd te krijgen.” Volgens Bart maakte de crisis duidelijk dat we “samen aan dat draagvlak voor cultuur moeten werken. We gaan dat verenigd moeten doen om iedereen aan dezelfde kar te laten trekken. Daar is voor mij de grootste uitdaging, dat draagvlak.”

Wim Meert voegt hieraan toe: “De cultuurhuizen mogen niet de speelbal worden van de verschillende beleidsniveaus. En er moet één iemand het overzicht bewaken.” Wim zegt dat cult! de grote noden en uitdagingen voor haar leden als belangenbehartiger ziet, maar om een centrale opdracht als ondersteuner te spelen ontbreekt de organisatie de middelen. “Voor alle duidelijkheid: cult! is niet erkend en niet gesubsidieerd, ons team is te klein, daar zijn de cultuurhuizen voor een stuk het slachtoffer van. cult! wil die functie opnemen mits de nodige middelen volgen.” 

5) samenwerken

Samenwerken doen we al volop en voluit in de sector. Maar doen we het genoeg, ook in crisistijd? Wim vindt samenwerken tussen verschillende huizen heel belangrijk: “We moeten nieuwe modellen uitwerken voor de toekomst. We moeten zorgen dat die kleine huizen daar ook genoeg ondersteuning voor krijgen, zodat zij aan ervaringsuitwisseling kunnen doen en daar ook niet gek veel tijd moeten insteken.” Voor de kleine huizen is buiten de gemeentegrenzen samenwerken inderdaad niet eenvoudig, zegt Katja: “We zijn nog maar een dik jaar geleden opgestart. We zijn gestart vanuit het idee: we moeten hier samen met de regio zien wat onze rol is. Maar de vraag naar meer samenwerken is een complex verhaal: het lokaal bestuur is vooral bezig met de eigen bevolking te voorzien van een aanbod.”

6) op zoek naar alternatieve modellen

Professor Van Ranst: “Gefaseerd werken is interessant, wanneer de sterren beter staan dan kan het verder opengesteld worden. Werk met dynamische vormen van ticketing, zodat je dynamisch kan inspelen op een cluster van bv. 10 personen. Dynamic ticketing & seating arrangements zullen sowieso belangrijker worden.” Katja maakt de bedenking dat we dit misschien nog verder moeten doortrekken, al is het geen eenvoudige oefening: “Voor dit gefaseerd verloop is continue opvolging nodig. Dit vraagt een heel andere organisatie. Moeten we sowieso niet loskomen van die seizoensprogrammatie? Dit wou ik bij de opstart van ons cultuurhuis doen, maar dan bots je op de realiteit van een gemeenschapscentrum met een klein team: deze communicatie-inspanning kunnen we momenteel nog niet dragen.”

“Ook inclusief werken blijft een bezorgdheid,” zegt Wim. “De missie van cultuurhuizen blijft om cultuur naar zoveel mogelijk mensen te brengen. We zijn nu heel creatief, bieden die mogelijkheid om binnen de bubbel te presenteren, we spelen kort op de bal, maar we mogen niet uit het oog verliezen dat het voor mensen of groepen van mensen geen evidentie is. We moeten drempels vermijden.”

Professor Van Ranst: “Het is een gelegenheid om bepaalde dingen terug meer uit te vinden. Miljoenen komen naar online games. Misschien moeten we zo’n dingen ook nog meer gaan doen.”

en nu?

“We moeten naar nieuwe modellen,” herhaalt Wim. “Dat wisten we al wel. cult! is hier al langer mee bezig. Het is een grote uitdaging voor de toekomst om die nieuwe modellen naar zoveel mogelijk mensen te brengen. Daar hebben we ondersteuning voor nodig. Dat is urgent.”

Volgens Anniek kunnen lokale besturen hier zeker gedeeltelijk een rol in spelen: “Hoe gaat het cultuurhuis er anno 2030 uitzien? Cruciaal moet er geïnvesteerd worden in het betrekken van jeugd/jongeren tot cultuur. Hoe gaan we met die nieuwe technologieën aan de slag? Bovendien zijn mensen op zoek naar doorlopende beleving. Corona grijpt daar net op in. Bibliotheken hebben al meer stappen gezet richting ontmoetingsplekken.”

Anniek zegt ook dat een zelfkritische houding hierin belangrijk is. “Dit moment moeten we aangrijpen. Zit met het lokaal niveau samen. Denk na over de beleidsplannen op lokaal niveau, waar kan je je als cultuurhuis aanhangen? Het helpt soms om dezelfde taal te gebruiken, zodat de gemeenschap die culturele taal veel meer kan begrijpen.”

Katja hoopt dat we veel kunnen leren over hoe we de ‘oude’ structuur kunnen herdenken. “Op korte termijn merk ik dat ik nog met een grote nood zit. We stellen ons als sector zeer wendbaar op; we zijn heel creatief. Maar als er een tweede golf komt: wat gaan we dan doen? Want we merkten dat de financiële stromen ongelijk verdeeld zijn. We kunnen toch onmogelijk op dezelfde manier een contract ondertekenen?”

“We gaan al het mogelijke doen om zoveel mogelijk cultuur naar de mensen te brengen,” sluit Wim het gesprek af. “Gewoon nu ervoor gaan. Ik hoop gewoon dat we daar genoeg ondersteuning voor krijgen. Dit is een versnelling voor ons om toch sneller naar die nieuwe modellen te grijpen. Laat ons dit zien als een wake-up call: nog meer op locatie gaan, in de buurt brengen, in huiskamers … We moeten het gewoon doen. Dit is een totaal nieuw zakelijk verhaal – maar we gaan er vollenbak voor.”